Wanneer veel nooit genoeg is

Het verhaal van Koning Midas die aan goudkoorts leed, schiet door ons hoofd als we kijken naar de huidige aanpak vanuit Parijs. Uit puur winstbejag lijkt elke vorm van redelijkheid te moeten sneuvelen.

Met recordwinsten van zowel Fortis als moederbedrijf BNP Paribas zou je verwachten dat de grootste aandacht gaat naar de medewerkers die dit mogelijk maken. Dat de eerste prioriteit het vinden van nieuwe en het behouden van trouwe medewerkers is. Helaas niet, men raast maar door… op naar weer een hoger winstcijfer om de aandeelhouders te behagen. En ja, we begrijpen dat aandeelhouders en investeerders een return verwachten, maar wat blijft er over voor de collega’s?
De directie verschuilt zich al maandenlang achter het ontbreken van een wettelijk kader om de koopkrachtpremie van 750 euro nog niet toe te kennen. Als we onze sector én ons bedrijf opnieuw aantrekkelijk willen maken, zullen de centen ook moeten terugvloeien naar de medewerkers. Maar neen, men kiest er liever voor om onderbezette diensten en kantoren te laten zweten en verder af te bouwen. Voor ons is het reorganisatiedossier Fusion bij CIB, een teken aan de wand, dat men nog verder wil gaan in de honger naar winsten. Meer dan de helft van de betrokken medewerkers moet tegen 2025 op zoek naar een nieuwe job. Afbouw in België. Niet omdat er geen winst is, neen omdat de winst te klein is…
De plannen voor de verdere uitrol van NCO, ook in het EBC, stellen geenszins gerust. Dat is helaas iets dat afstraalt en de medewerkers ontmoedigt. Want als veel nooit genoeg is, dan springt dat vroeg of laat. Veel uren presteren, veel doelstellingen behalen, veel telefoons beantwoorden, veel afspraken maken, veel dossiers afhandelen, veel stress, … en uiteindelijk veel ontevredenheid, uitval en vertrekkers.

Maar wanneer veel respect voor de collega’s?
Of wanneer kan men aanvaarden dat veel werk, zoals het verricht is, wél genoeg is?